De Arm van Johannes de Doper door Bart Flikkema
Op vrijdag 8 mei 2020 is het door Bart Flikkema geschreven boekje “De Arm van Johannes de Doper” aan de Commissaris van de Koning, René Paas, aangeboden. Oorspronkelijk zou dit op 15 mei 2020 gebeuren, maar onze activiteit van “Van Yesse naar Sint Jan” is naar 2022 doorgeschoven. In het boekje is ook de wandeltocht van Yesse naar de Martinikerk opgenomen.
Het boekje "De Arm van Johannes de Doper. Een kostbaar middeleeuws reliek in de Groninger Martinikerk" is een uitgave van de Vereniging Vrienden Martinikerk (VVM) in Groningen en de Stichting Bezoekerscentrum Klooster Yesse (SBKY) in Haren, ter gelegenheid van de 800-ste verjaring van het bezoek van Caesarius van Heisterbach aan Yesse en de Martinikerk in 1220.
De Groningse Commissaris kreeg de uitgave op gepaste afstand ‘uit handen’ van auteur Bart Flikkema uit Haren tijdens een korte bijeenkomst op het Martinikerkhof in Groningen. Hij zegde toe het eerste exemplaar in 2022 in de Martinikerk officieel in ontvangst te willen nemen.
Bart Flikkema heeft op 20 januari 2021 een lezing gegeven over zijn werk. Deze is hier terug te kijken:
Lezing 'De Arm van Johannes de Doper'.
Het boekje zal in de Groninger boekhandels Godert Walter, Van der Velde, Riemer, in Haren bij Boomker en in de Martinikerk te koop zijn. Ook op Boekwinkeltjes.nl is het boekje te koop via de link:
Boekwinkeljes.nl - De Arm van Johannes de Doper - Bart Flikkema
Van de aanbieding is door Willem Hoiting een film gemaakt:
Boekpresentatie 'De Arm van Johannes de Doper'
ISBN 978-90-9032024-3, NUR 693, € 10,00, 64 pp.
Het Maakzel van Agricola - De orgels van de Martinikerk te Groningen, door Hans Fidom
Zoals de stad Groningen het hart is van de Ommelanden eromheen, zo is de Martinikerk het hart van de stad. Geen Groninger zal niet opvrolijken bij het zien van ‘D’ Olle Grieze’, zoals de Martinitoren in het Noorden heet, en ook van het orgel weten zowel Stadjers als Ommelanders dat het iets bijzonders is. Dat dat besef bepaald niet van de laatste tijd is, blijkt uit dit boek: het in beginsel 15de-eeuwse instrument is keer op keer door mannen van vaak internationale naam aan de inzichten van nieuwe tijden aangepast – de laatste keer in 1984.
ISBN 9789462492622, € 44,95, 416 pp.
Grafzerkenboekje
In 2012 heeft de VVM ter gelegenheid van het 30-jarig bestaan een boekje in samenwerking met de Stichting Oude Groninger Kerken als nr. 10 in de kerkhovenreeks uitgegeven. Zie onderstaande afbeelding
Na het verschijnen van het boekje heeft de mede-auteur Jaap Beintema nader onderzoek gedaan naar grafzerken die verplaatst waren naar de A-kerk en uit de Nieuwe Kerk kwamen. Het resultaat van zijn werkzaamheden vindt u hieronder.
VERPLAATSTE GRAFZERKEN TIJDENS DE RESTAURATIE VAN DE MARTINIKERK
Een archeologische studie door J.J.Beintema
De Martinikerk is gerestaureerd in de jaren 1962 – 1975. Tijdens de restauratie zijn veel zerken verplaatst naar andere locaties met weinig tot geen schriftelijke documentatie over deze verplaatsingen, met uitzondering van een aantal foto’s, een tekening en enkele plattegronden.
Een poging om de historie van deze verplaatsingen te reconstrueren is vergelijkbaar met archeologisch onderzoek. Hieronder volgt een samenvatting van deze historie op basis van die beperkte gegevens.
Een afbeelding van de plattegrond van de kerk, zoals gepubliceerd in de noten [1] en [2] met enkele aanpassingen en daarop aangegeven de ligging van de zerken (genummerd), de GDW-nummers [3] en de grafnummers (voor zover bekend) verduidelijkt de situatie in Koor, Kooromgang en Schip.
Locatie van grafzerken in de Martinikerk. Tekening gemaakt door Antoine van der Meer (2012) [2] en aangevuld door Jaap Beintema en Redmer Alma (2015) [1,2].
Gestippeld: verdwenen zerken in het Laagkoor
Dubbele groene kruizen: afkomstig uit de Nieuwe Kerk.
Enkele groene kruizen: afkomstig uit de vroegere noordelijke ingang
Rode kruizen: zerken afkomstig uit het zuidertransept.
Blauwe kruizen: zerken afkomstig van onder de houten vloer in het schip.
Omcirkeld: Zerk: Alberda grafkelder
KOOR
De verhoging van het hoogkoor die verwijderd was in de dertiger jaren, is tijdens de restauratie weer aangebracht. Dit is min of meer de situatie van omstreeks 1923 toen het koor ook is gerestaureerd.
Het is niet bekend dat wijzigingen zijn aangebracht in de locatie van de mooie serie grafzerken in het hoogkoor. Wel is de steen met het opschrift “Dit is de ingange van de e.e. EGBERT ALBERDA kelder’’ (GDW 1513 [3]), die naast zerk 1.2.01 (GDW 1517) [4] lag, verplaatst naar het transept (3.1.18, omcirkeld in de figuur).
In het “laagkoor” zijn wel mutaties aangebracht. Op een plattegrond uit 1961 staan vier zerken, die na de restauratie niet meer zijn terug geplaatst. (Enkele zijn te zien op foto's uit 1923 en 1937 [1]) Deze zijn waarschijnlijk elders in de kerk terecht gekomen. Maar het is niet gelukt deze te lokaliseren.Verder is in de 2.1 serie een blanco zerk ingevoegd met enkel het grafnummer 99 (2.1.03).
KOOROMGANG
Op een aantal foto’s en een tekening [1] is weinig herkenbaar met de huidige situatie. Een ruwe schatting geeft als resultaat dat voor de restauratie niet meer dan ongeveer 50 zerken zich in de kooromgang bevonden, terwijl het er nu ongeveer 140 zijn [2]. Waar komen die extra zerken vandaan? Allereerst heeft Pathuis al in zijn overzicht vermeld dat vier zerken uit de Nieuwe Kerk geplaatst zijn in het noordwestelijke deel van de kooromgang [3]. Verder is er een foto van de voormalige noordelijke ingang van de kerk met ongeveer 17 stenen, waarvan drie geïdentificeerd konden worden met huidige grafzerken in het noordoostelijke deel van de kooromgang [1].
Maar het verlossende antwoord als een soort “Steen van Rosetta” kwam door een van de heer Wim Barneveld ontvangen schets, gemaakt in 1964, van 41 zerken in het zuidertransept van de kerk. Redmer Alma heeft deze gereconstrueerd en verder geanalyseerd. Eén zerk is na de restauratie verdwenen (GDW 1644; Jan Luciens), maar van 24 kon de huidige lokalisatie geïdentificeerd worden, waarvan slechts één nog in het huidige zuidelijk transept te vinden is (3.2.09; GDW 1669; Burgemeester Wichers). Alle andere 23 zijn geplaatst in de kooromgang. Een vergelijkbare schets van de zerken in het noordertransept is niet gevonden. Maar we kunnen extrapoleren en de hypothese maken dat totaal meer dan 50 zerken van het transept naar de kooromgang zijn verplaatst.
SCHIP
In 1970 was de restauratie van het koor en de nieuwe Noorderkapel gereed gekomen en konden deze ruimtes weer worden gebruikt. Daarna werd de restauratie van het schip verder aangepakt. Grafzerken in het schip liggen uitsluitend in het transept (dwarsschip) en niet meer onder de houten vloer van het schip. Opvallend is het grote aantal zerken (ongeveer 110) van muur tot muur in het transept, ondanks het overbrengen van een groot aantal naar de kooromgang. Waarschijnlijk zijn veel zerken, gevonden onder de vervangen houten vloer, verplaatst naar het transept. Dit waren er zo veel, dat een aantal zerken buiten de kerk aan de noordzijde is geplaatst [5] en zelfs zeven in de Der Aa-Kerk toen deze werd gerestaureerd [6]. Nog beschikbare ruimte in de kooromgang is niet meer gebruikt.
Er is wel een aanwijzing dat zerken van onder de houten vloer naar het transept zijn verplaatst. In de Beeldbank van de Groninger Archieven is een serie van 18 foto’s aanwezig van 24 zerken en blanco stenen onder de houten vloer. Deze foto’s zijn omstreeks 1970 gemaakt door restauratie-architect P.L. de Vrieze. Redmer Alma heeft gereconstrueerd hoe dit gedeelte van de vloer eruit heeft gezien [1]. Dertien zerken liggen nu inderdaad in het transept. De afbeeldingen op twee andere zijn onduidelijk en zijn niet terug gevonden. Vier andere waren wel opgenomen in het GDW-bestand van Pathuis [3], maar zijn na de restauratie niet terug geplaatst. Eén ervan was erg beschadigd maar er zijn mooie foto’s van de andere drie, die helaas tonen dat ze uit twee of meer stukken bestaan. Twee hiervan zijn erg informatief: Pathuis [3] vermeldt dat er twee zerken zijn van Jan Kroll, Capitain Geweldige Deser Provintie en zijn Huisvrou Mariea Ten Post (GDW 1632). De zerk met een mooi wapen is dus niet meer aanwezig, terwijl de andere in twee delen is gehakt en nog aanwezig is in het transept [2; p. 26-27]. De andere zerk die verloren is gegaan is die van William Butler (GDW 1583), waarover recent twee publicaties zijn verschenen [7,8]. Het verlies van deze zerken is een gemis voor de historie van de Martinikerk.
Het is een positief teken dat de Martinikerk op het ogenblik intensief gebruikt wordt voor veel activiteiten. Maar daardoor vindt wel veel slijtage plaats. De leesbaarheid van grafschriften die Pathuis in 1977 [3] nog kon ontcijferen is sterk afgenomen. Hopelijk komt daarvoor in de toekomst een geschikte oplossing.
NOTEN
1. www.martinikerk.nl/index.php/gebouw 2016
2. Kruining M. van et al., 2012. Ferwactende een frolike operstandinge. Begraven in en om de Martinikerk te Groningen door de eeuwen heen. Groninger kerkhoven 10.
3. Pathuis, A., 1977. Groninger Gedenkwaardigheden.
Pathuis heeft een nummering van Groninger Gedenkwaardigheden geïntroduceerd met de afkorting GDW, die sindsdien algemeen gebruikt wordt.
4. Feith, J.A., et al., 1910, Grafschriften in Stad en Lande (pp. 114-127). J.B. Wolters’ U.M.
In dit boekje worden 77 zerken vermeld. Van enkele van de oudste vermeldt Pathuis [3] al dat deze “niet meer aanwezig zijn”. Maar alle andere zijn nog wel aanwezig (ook de twee die tijdens de restauratie zijn verdwenen), met uitzondering van GDW 1649; grafnummer 6 (Gerrit van Swanevelt).
5. Beintema, J.J., 2014. Grafzerkenveld buiten de muren van de Martinikerk.
Miniatuur 18-1, maart 2014, pag. 7.
6. Kruining M. van & M. Brouwer, 2006. “Wensch hem, leezer, zachte rust”. Begraven in en om de Der Aa-kerk in Groningen door de eeuwen heen. Groninger kerkhoven 4.
7. Beintema, J.J., 2014. William Butler, een Schot in dienst van de West-Indische Compagnie en begraven in de Martinikerk.
Miniatuur 18-3, oktober 2014, pag. 3-4.
8. Fokken, M & B. Henkes, 2016. Sporen van het slavernijverleden in Groningen; Gids voor Stad en Ommeland. Uitgeverij Passage.
_________________________________________________________________
Aanvulling:
GRAFZERKEN in de DER Aa-KERK
De Der Aa-Kerk is gerestaureerd van 1976 tot 1985, ook met herplaatsing van de grafzerken.
Dit is uitvoerig gedocumenteerd door restauratie-architect L.G. Reker, die ook de huidige plattegrond van zerken met opgave van de oorspronkelijke locaties in het boekje over de grafzerken in de Der Aa-kerk [6] heeft verzorgd. Pathuis [3] vermeldt dat er 46 zerken lagen onder de in 1966 en 1969 vervangen vloeren van vertrekken aan resp. de zuid- en noordzijde van de toren. En ook dat hij in 1964 en 1966 nog drie zerken heeft gezien onder de vloer op andere locaties in de kerk. Deze zerken zijn tijdens de restauratie geplaatst in het koor en de kooromgang van de kerk.
Op de plattegrond van L.G. Reker staan ook de zeven zerken vermeld die afkomstig zijn van de Martinikerk. Daarvan zijn twee geplaatst in het lokaal aan de noordzijde van de toren. De oudste daarvan (GDW 357 uit 1593) is verplaatst naar een andere hoek van het lokaal om plaats te maken voor een goederenlift.
...................................................................................................................................................................................................
1. In 2009 heeft Jessica Hoekstra zes vrijwilligers aan het werk gezet om de grafzerken in de Martinikerk schoon te maken en deze te documenteren aan de hand van het
boek Groninger Gedenkwaardigheden van A. Pathuis [3]. Dat schoonmaken had met een enkele uitzondering niet veel zin. Maar ik ben met enthousiasme begonnen met
de documentatie. Vier van de andere vrijwilligers lieten mij hiermee mijn gang gaan. Alleen Paula Kluin heeft de documentatie van de zerken in het noordelijk
gedeelte van het transept voor haar rekening genomen. Van alle zerken had ik foto's gemaakt, waardoor ik rustig achter de computer kon documenteren. In de laatste
fase van de documentatie heeft Redmer Alma mij geholpen met een aantal moeilijke identificaties.
Ik voelde mij als een jonge promovendus waarbij de promotor de laatste puntjes op de i zette.
2. De resultaten wilde ik op overzichtelijke wijze opslaan op het web. Dit lukte mij maar gedeeltelijk. Maar onverwacht bleek Redmer Alma deze al heel zorgvuldig op de
website van de Martinikerk gezet te hebben [1].
3. In 2016 heb ik een afsluitende samenvatting geschreven, vooral aan de hand van de mooie plattegronden gemaakt door Redmer Alma [1], met conclusies over
verplaatsingen tijdens de restauratieperiode.
J.J. Beintema - maart 2019